Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Uitroepen Indonesische Onafhankelijkheid

Uitroepen Indonesische Onafhankelijkheid

Het Uitroepen van de Indonesische Onafhankelijkheid, ofwel het Uitroepen van de Republik Indonesia (Proklamasi) gebeurde op 17 augustus 1945 door de Indonesische leiders Soekarno en Mohammed Hatta. Dit was twee dagen na de Japanse capitulatie. Nederland erkende de Republiek niet en streefde naar herstel van het koloniale gezag.

Filter op
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Geen filters gevonden
Echo's van Indië : de onafhankelijkheid van Indonesië in verhalen en herinneringen
Boek

Batavia, 17 augustus 1945, 's morgens tien uur. In de tuin van zijn huis spreekt Soekarno de Proklamasi uit, de onafhankelijkheidsverklaring van de Republik Indonesia. Vanaf dat moment komt er een eind aan het koloniale rijk van Insulinde. Aan een bamboestok wappert nu de rood-witte Indonesische vlag. Dit jaar is het zeventig jaar geleden dat Indonesië zich losmaakte van Nederland. De Proklamasi heeft het leven van vele tienduizenden mensen voorgoed veranderd. Kester Freriks ging op zoek naar de verborgen verhalen van betrokkenen en ooggetuigen - ooggetuigen van verwarrende en angstige tijden. We lezen verhalen en herinneringen van Nederlandse kolonialen en Indische Nederlanders, Molukse knil-militairen en kinderen van de derde en vierde generatie. Ook de vrijheidsstrijders van toen, de pemoeda's, worden (voor het eerst) aan het woord gelaten. In Echo's van Indië ontmoeten geschiedenis en persoonlijk levenslot elkaar. De datum en de gevolgen van de Proklamasi kwamen niet eerder zo uitvoerig in beeld. De Proklamasi liet diepe sporen na voor de miljoenen die verbonden zijn met de voormalige kolonie. Soekarno's woorden resoneren tot op de dag van vandaag. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie. Met literatuuropgave. 367 pagina's : illustraties ; 22 cm

Auteur
Freriks, Kester (Cornelis Christophel Maria), auteur, 1954-
Datum
2015
Organisatie
NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
Uitroepen Indonesische Onafhankelijkheid
Vlag, Bataljon Zeeland

Het (voormalig) Bataljon Zeeland bestond uit mannen van de bevrijde Zeeuwse eilanden die in 1944, toen het zuiden bevrijd was, de rest van Nederland wilde helpen bevrijden. Ze tekenden een contract, kregen een training en uitrusting, en waren blij dat ze nu eindelijk (bovengronds) iets aan de onderdrukking konden doen. In 1945, toen op de stadhuizen in Nederland de rood-wit-blauwe vlag weer wapperde werden de oorlogsvrijwilligers echter uitgezonden naar voormalig Nederlands-Indië om de Oost van de Japanners te bevrijden. Na een training in Frankrijk gingen ze naar Engeland (Liverpool) om in te schepen. Een lange reis, we moeten niet vergeten dat de meesten van hen nauwelijks buiten Zeeland waren geweest en er was lang niet genoeg eten aan boord. Gaandeweg was ook de opdracht veranderd. Indonesië had de onafhankelijkheid uitgeroepen, daarom kreeg het bataljon de opdracht de Japanners te ontwapenen en de Indonesiërs te helpen om orde op zaken te stellen. Bij aankomst bleek het bataljon niet welkom te zijn, ze mochten niet aan land en werden in Malakka van boord gezet en in een tijdelijk kamp gestationeerd. Hier konden ze nog wat tropenervaring opdoen. Achteraf fijn dat ze even konden acclimatiseren, want het Zeeuwse klimaat was toch heel iets anders. Uiteindelijk werden ze naar Batavia gebracht, van hieruit trokken ze verder. Ze kwamen o.a. terecht op Java en Sumatra. Deze bataljonsvlag wapperde op hun (basis)kamp en is in 1948 weer mee terug genomen naar Nederland. In de jaren vijftig is de (gehavende) bataljonsvlag omgebouwd tot banner om voor het spreekgestoelte te hangen tijdens de reünies, die laatste jaren plaatsvonden in de Engelbrecht van Nassaukazerne te Roosendaal. Inmiddels is de vlag opgenomen in de collectie van het Bevrijdingsmuseum. De reünie vindt nog steeds jaarlijks plaats, maar nu in het museum zodat de laatste leden van het bataljon (die allemaal rond de 90 jaar oud zijn) dicht bij hun bataljonsvlag zijn en de herinneringen nog met elkaar kunnen delen.

Organisatie
Bevrijdingsmuseum Zeeland
Provincie Zeeland
Bataljon Zeeland
Indonesische onafhankelijkheidsstrijd
Object
Japans zwaard "Samurai" met schede

Cornelis Jacobus (Kees) Vermue uit Nisse schreef zich na de Bevrijding van Zeeland in als oorlogsvrijwilliger. Hij hoopte zo zijn steentje bij te dragen aan de Bevrijding van de rest van Nederland. Hun taak veranderde echter en hij werd met (voormalig) Bataljon Zeeland uitgezonden naar Nederlands-Indië. Kees zat er niet mee, hij was vrijgezel en avonturier, een mooie gelegenheid om iets van de wereld te zien. Na een training in Frankrijk gingen ze naar Engeland (Liverpool) om in te schepen. Een lange reis, we moeten niet vergeten dat de meesten van hen nauwelijks buiten Zeeland waren geweest en er was lang niet genoeg eten aan boord. Gaandeweg was ook de opdracht veranderd. Indonesië had de onafhankelijkheid uitgeroepen, daarom kreeg het bataljon de opdracht de Japanners te ontwapenen en de Indonesiërs te helpen om orde op zaken te stellen. Via Malakka (Maleisië), waar ze in de jungle nog enkele maanden werden getraind kwamen ze terecht op Java. Blij waren de mensen, want de rust keerde terug waar de Zeeuwen zaten. In maart 1946 kwam de compagnie van Kees in Pesing te liggen, westelijk van Batavia, zoals Jakarta toen nog werd genoemd. In april 1946 wordt er hevig strijd geleverd rondom Pesing. Het was een moeilijk begaanbaar terrein met moerassen, oerwoud en een rivier. Onderweg lag het gevaar om beschoten te worden op de loer en regelmatig worden de patrouilles dan ook vanuit het struikgewas beschoten door mitrailleur-/ geweervuur en sluipschutters. Na het uitschakelen van zo’n post komt er een gedeserteerde Japanner vanuit de bossen aangelopen, Kees houdt hem onder schot maar hij blijft zwaaien met een katawa (samoerai-zwaard). Waarschijnlijk heeft hij geen vuurwapen voorhanden, want anders zou je hier toch gebruik van maken. Na enkele malen waarschuwen zit er niets anders op dan de Japanner te elimineren, het zwaard en een foto van de Japanner gaan mee als souvenir naar Nederland.

Organisatie
Bevrijdingsmuseum Zeeland
Bataljon Zeeland
Indonesische onafhankelijkheidsstrijd
Politionele acties
Object
Getuigen Verhalen, Het Molukse perspectief in oorlogstijd, interview 28
Audio

Geïnterviewde 28 is in 1927 geboren in het dorp Tial (Ambon) en daar opgegroeid. Over het begin van de Tweede Wereldoorlog weet hij zich te herinneren dat hij ’s ochtends een groot aantal Japanse schepen voor de kust zag liggen. De mensen van het dorp vluchtten toen de bossen in. Er worden een aantal Japanse militairen gelegerd in Tial. Deze bemannen de uitkijkposten en een radarinstallatie. Gedurende de gehele oorlog blijven de mensen in Tial in de bossen wonen waar zij van het land leven. De bewoners worden wel door de Japanners ingeschakeld voor allerlei werkzaamheden, zoals zorg voor voedselproducten van het land en transportdiensten. Geïnterviewde maakt verschillende malen mee dat hij sjouwdiensten krijgt, onder meer het vervoer van varkensvlees, wat hij als moslim weigert. Bij het minste of geringste krijgt hij slaag van Japanse soldaten met een vierkante houten stok. Geïnterviewde weet zich te herinneren dat er ongeveer vijf meisjes uit Tial gedwongen zijn door de Japanners om als prostituee te werken in het naburige dorp Passo (Ambon). Samen met andere bewoners vlucht hij en houdt zich schuil in een naburige grot. Hun schuilplaats wordt echter verraden. Zij kunnen ontkomen en zwerven gedurende twee weken als er vliegtuigen van de geallieerde troepen overvliegen. Deze vliegtuigen strooien pamfletten met het nieuws dat Japan heeft gecapituleerd. Vanaf dat moment keerden de bewoners weer terug naar het dorp en keert het voormalige leven weer terug. Direct na de Japanse capitulatie hoort geïnterviewde over de radio dat de onafhankelijkheid van Indonesië is uitgeroepen. Op Ambon wordt het Indonesische nationalisme gesteund door de opgerichte Partai Indonesia Merdeka (PIM). In 1947 neemt geïnterviewde dienst in het KNIL. Na zijn opleiding komt hij achtereenvolgens terecht bij het Depot Speciale Troepen en het Korps Speciale Troepen onder leiding van kapitein Westerling. Hij neemt in december 1948 deel aan de Tweede Politionele Actie waarbij de Indonesische leiders Soekarno en Hatta zich in Yogyakarta (Java) overgeven en gevangen genomen worden. Verder neemt hij als parachutist deel aan verschillende militaire acties, onder meer in Sumatra. Na de soevereiniteitsoverdracht wordt hem in Bandung door het legercontact gevraagd of hij naar Nederland wil of terug naar huis. Hij kiest voor het laatste. Niet lang nadat geïnterviewde is teruggekeerd in Ambon wordt de Republik Maluku Selatan (RMS) uitgeroepen. Hij vecht mee met de RMS tegen de inval van Indonesische troepen. Er vallen veel doden aan de kant van de Indonesische troepen. Enkele Ambonezen onder de gevangen genomen Indonesische troepen worden geëxecuteerd. Eind 1950 ontsnapt hij met vijf anderen naar Seram waar zij hergroeperen onder de RMS leiding van Soumokil. Hier neemt hij gedurende dertien jaar deel aan de RMS guerrilla. Nadat Soumokil gevangen is genomen, geeft hij zich over in Ambon. Later (in 1978) raakt hij kortstondig nogmaals betrokken bij de RMS (kwestie-Hatumena). Hij wordt niet gevangen genomen, maar moet zich wel ieder jaar op 25 april bij de legerautoriteiten melden.

Vervaardiger
Museum Maluku (MuMa) ©
Datum
1942
Operatie Kraai
Troostmeisjes
Tweede Wereldoorlog
Het geluid van geweld : Bersiap en de dynamiek van geweld tijdens de eerste fase van de Indonesische revolutie, 1945-1946
Boek

De strijdkreet 'bersiap!' klonk in talloze steden en dorpen in Indonesië tijdens de eerste maanden na het uitroepen van de onafhankelijkheid, op 17 augustus 1945. De alom gehoorde oproep 'paraat te staan' voor de vrijheidsstrijd van de jonge natie markeert de start van de Indonesische revolutie en luidde een periode in van extreem geweld. Deze gewelddaden waren voornamelijk gericht tegen burgers en dienden geen militair doel. 'Het geluid van geweld' schetst de dynamiek van dit extreme geweld waarin Indonesische strijdgroepen de wapens opnamen tegen Indo-Europeanen, Molukkers, Nederlanders en Chinezen, maar ook tegen Japanse burgers en Japanse en Brits-(Indische) militairen. De auteurs plaatsen deze angstaanjagende periode nadrukkelijk in het bredere kader van onderling Indonesisch geweld, alsook het geweld van Japanse, Britse en Nederlandse zijde tegen Indonesische burgers. Niet alleen Java en Sumatra, maar ook andere eilanden komen in dit boek aan de orde, evenals het lastige vraagstuk van de slachtofferaantallen. Ten slotte gaat het in op de ontwikkeling van de term 'bersiap' in de voorbije 75 jaar, die in Nederland uitgroeide tot een kernbegrip om de vroegste fase van de Indonesische revolutie te duiden. 303 pagina's. : illustraties ; 24 cm

Auteur
Sinke, Onno, 1978-
Datum
2022
Organisatie
NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
Indo-Europeanen
Een onmogelijke missie : Jaap Hangelbroek, bestuursambtenaar in de nadagen van Nederlands-Indië
Boek

De carrière van de jonge bestuursambtenaar Jaap Hangelbroek (1905-1982) begint op Sumatra's Westkust, waar hij direct kennis maakt met de kracht van de nationalistische beweging. Volgende standplaatsen zijn Flores en Batavia. De oorlog brengen Jaap en zijn gezin gescheiden van elkaar door in Japanse gevangenschap. Als na de oorlog op Java de onafhankelijke Republiek Indonesië wordt uitgeroepen krijgt Hangelbroek opdracht het draagvlak te verkennen voor een federale staat. Het voordeel voor Nederland lijkt duidelijk: gereduceerd tot deelstaat verliest de Republiek haar unieke positie. Ook Indonesische nationalisten buiten Java steunen het idee omdat ze bevreesd zijn voor een door de Republiek gedomineerde eenheidsstaat. Hangelbroek wordt hoogste ambtenaar in de deelstaat Oost-Indonesië en persoonlijk adviseur van de minister-president Anak Agung. Met hem werkt hij met hart en ziel aan de vorming van de onafhankelijke Verenigde Staten van Indonesië, ook als de autonome koers van zijn baas hem soms in botsing brengt met Nederlandse belangen. Even lijkt het een levensvatbaar ideaal, maar wanneer Hangelbroek in 1950 terugkeert naar Nederland is alles vergeefs geweest en de eenheidsstaat een feit.Claartje Bunnik (1954) biedt met de reconstructie van het leven van Jaap Hangelbroek een ander perspectief op een veelbewogen periode. Daarmee ontstaat een boeiende inkijk in de geschiedenis van het bestuur en de rol van de bestuursambtenaren in Nederlands-Indië. Met literatuuropgave, register. 222 pagina's : illustraties ; 24 cm.

Auteur
Bunnik, Claartje, 1954-
Datum
2020
Organisatie
NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies
Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards